Lichaamsbeweging als therapie: nooit te laat, en toch …

Terug naar blog

‘Exercise medicine’, ook wel ‘exercise therapy’ of bewegingstherapie genoemd, is een erkende en wetenschappelijk breed ondersteunde therapeutische aanpak. Australië speelt op dat gebied een voortrekkersrol: de therapie wordt er al meer dan dertig jaar succesvol toegepast, zowel in de preventieve als curatieve geneeskunde. Hoe komt het dan dat Europa en meer bepaald België nog steeds niet overstag gaan?

Meer dan een aanvullende behandeling

Bewegingstherapie heeft de voorbije decennia haar weg gevonden naar het ziekenhuis, op de diensten cardiologie, neurologie of reumatologie, maar er bestaan weinig structurele of gespecialiseerde centra waar patiënten ambulant terecht kunnen voor deze therapeutische aanpak. Ondanks de overvloedige wetenschappelijke bewijzen, die wijzen op een significant lager risico voor tal van ziekten of op een verbetering van de behandelingsresultaten bij patiënten die bewegingstherapie krijgen, lijkt de medische wereld dit type behandeling niet zo vaak voor te schrijven.

Verschillende studies laten nochtans geen twijfel bestaan en het is dan ook verbazend dat de veelgeprezen Belgische geneeskunde zo weinig aandacht besteedt aan dit thema.

Preventieve en curatieve lichaamsbeweging

Exercise medicine staat in de eerste plaats voor lichaamsbeweging en niet zozeer voor sport. Het lijdt geen twijfel dat ons lichaam baat heeft bij beweging, met algemeen erkende effecten zoals een lager risico op hart- en vaatziekten (en een lagere cardiovasculaire mortaliteit) en op bepaalde kankers (borst, darm en baarmoeder).

Andere studies gaan echter nog veel verder. Een onderzoek uit 2016, gepubliceerd in het JAMA 1, toont bijvoorbeeld aan dat gematigde tot intense lichamelijke activiteit tijdens de vrije tijd een positieve impact heeft op het risico op verschillende soorten kankers. De studie onderzocht het verband tussen lichamelijke activiteit en 26 verschillende soorten kanker bij meer dan 1,44 miljoen personen (12 cohortstudies bij Amerikanen en Europeanen). Bijna 60% waren vrouwen, met een gemiddelde leeftijd van 59 en een gemiddeld BMI van 26. Gedurende het elf jaar durende onderzoek bij deze bevolkingsgroep werden 186.932 kankers opgetekend.

De resultaten van de studie tonen aan dat een hogere lichamelijke activiteit leidde tot een lager risico op 13 van de 26 bestudeerde kankers, en dat rokers en personen met overgewicht of obesitas meer risico op kanker lopen indien ze weinig aan lichaamsbeweging doen.

Deze resultaten promoten lichaamsbeweging als sleutelonderdeel bij de inspanningen voor de preventie en de strijd tegen kanker.

Niet enkel kanker

Een analyse van verschillende studies wijst ook op het belang van het voorschrijven van lichaamsbeweging als medicatie bij de behandeling van 26 verschillende ziekten, zoals psychiatrische ziekten (depressie, angst, stress, schizofrenie), neurologische ziekten (dementie, parkinson, multiple sclerose), stofwisselingsziekten (obesitas, hyperlipidemie, metabool syndroom, polycysteus-ovariumsyndroom, diabetes type 2 en type 1), hart- en vaatziekten (hypertensie, ischemie, hartinfarct, herseninfarct, intermitterende claudicatio), longziekten (COPD, astma, mucoviscidose), spier- en skeletaandoeningen (osteoartrose, osteoporose, rugpijn, reumatoïde artritis) en kankers.

Patiënten hebben veel te winnen bij lichaamsbeweging. Wordt het niet eens tijd om deze aanpak te promoten bij professionele zorgverleners? En wanneer stelt men gespecialiseerde centra ter beschikking om patiënten te begeleiden tijdens hun behandeling?

Bronnen: