Binnen de voedingsindustrie zijn de uitdagingen om te voldoen aan de wensen van de consument groot, rekening houdend met de lijst aan regels van de wetgeving. Het vertrouwen van de consument in de voedingsindustrie is inderdaad ver te zoeken, althans dat blijkt uit de recente studiedag ‘Eerlijk (over) Eten’. Echo van het evenement georganiseerd door Flanders’ Food en VTM Food.
De laatste jaren worden voedingsbedrijven geregeld uitgedaagd, omdat de communicatie rond voedingsmiddelen wettelijk vastgelegd werd. Er moet tegenwoordig voldaan worden aan een reeks regels, zowel m.b.t. publiciteit als voor de verpakking van het product. De consument moet namelijk met complete kennis van zaken kunnen beslissen bij het inkopen en het consumeren van het voedingsmiddel.
Transparantie, doelstelling #1
Zo ontstond in 2014 een duidelijke wetgeving voor de etikettering van voedingsproducten. Overbodige informatie zorgt namelijk voor verwarring en te kleine letters zijn onleesbaar, en zeker hier in België met de tweetalige weergave. Toch blijven consument(diensten) pleiten voor duidelijkere communicatie.
Is het bijvoorbeeld gepast om suikerrijke voedingsmiddelen te bestempelen met de voedingsclaim “rijk aan calcium”? Zouden consumenten kunnen denken dat dit voedingsmiddel enkel goedaardige aspecten heeft voor hun kind?
Transparantie is een essentieel element en moet absoluut gerespecteerd worden. Daarbij moet voortdurend gewerkt worden aan het imago van het bedrijf, zodra dit in stukken barst, is het risico op moeilijkheden voor het bedrijf reëel.
Een verschillende rationaliteit
Diverse sprekers gaven weer hoe de consument zijn eigen perceptie heeft, bepaalde elementen zijn voor hem ‘vanzelfsprekend’, en dat een al dan niet bevestigend onderzoek niet belangrijk is. De consument kiest als het ware zelf welke producten hij als gezond of ongezond beschouwt. Hetzelfde geldt voor additieven, ook al werd hun gebruik in voedingsmiddelen wettelijk vastgelegd in functie van hun bewezen onschadelijke effect, bestempelt de consument E-nummers als ‘onnodig en ongezond’. Natuurlijkheid, puurheid en duurzaamheid winnen daarentegen aan vertrouwen bij de consument. Daarnaast blijkt dat wanneer voordelen genoemd worden, deze voordelig moeten zijn voor de consument, niet voor het bedrijf of het product.
In dialoog treden met het publiek, overheidsinstanties en gezondheidsorganisaties helpt alvast het imago van het product en/of het bedrijf versterken.
Deze studiedag bevestigde nogmaals de complexiteit van voeding en versterkt het feit dat de samenwerking tussen industrie, consumentendiensten en overheidsinstanties noodzakelijk is. Communicatie speelt alleszins een primordiale rol, en de digitalisatie van onze samenleving opent nieuwe deuren.